Sinds de rijksoverheid is begonnen met het veilen van de huurrechten op de tankstationlocaties langs het hoofdwegennet hebben vele gemeenten dit voorbeeld gevolgd. BZO Tankstations speelde daarbij met grote regelmaat een organiserende rol. Een veiling of inschrijving is een uitermate geschikt instrument om de nieuwe huurder te selecteren tegen een marktconforme prijs. Essentie van de veiling is immers dat ‘De Markt’ , onder de bij de veiling gestelde voorwaarden, de transactieprijs (‘de huurprijs’) bepaalt. In een uitspraak van 22 augustus 2022 (ECLI:NL:RBDHA:2022:9142, Rechtbank Den Haag, SGR 20/6221 (rechtspraak.nl) oordeelde de rechtbank Den Haag dat onder omstandigheden over de opbrengsten van de veiling plus de jaarlijkse huurinkomsten een gemeente vennootschapsbelasting verschuldigd kan zijn. Het organiseren van een veiling om de nieuwe huurder te selecteren ging naar het oordeel van de rechtbank verder dan het ‘normale vastgoedbeheer’ en beoogt met name om meeropbrengsten te realiseren die hoger zijn dan bij ‘normaal vermogensbeheer’ (rendement plus). Naar het oordeel van de rechtbank is door het in de markt zetten van de te verhuren onroerende zaken via een veiling, in feite sprake is van opbrengstmaximalisatie. Mede in het perspectief van de relatief lage organisatiekosten en de hoge opbrengsten kwam de rechtbank (kort gezegd) tot het oordeel dat het organiseren van de veiling en de verhuur van de locaties bedrijfsmatige en daarmee een VPB-plichtige activiteit is. Zie ook mijn eerder blog. De betreffende gemeente ging in hoger beroep bij het Hof Den Haag en die deed op 24 november 2023 uitspraak. De uitspraak werd recentelijk gepubliceerd (link). Het Hof hield opmerkelijk genoeg het oordeel van de rechtbank inhoudelijk grotendeels in stand. Veilen resulteert ook volgens het Hof tot meeropbrengsten die hoger zijn dan bij ‘normaal’ vermogensbeheer door een gemeente kunnen worden verwacht. Na het fameuze Didam-arrest van de Hoge Raad naar mijn oordeel, toch een bijzondere uitspraak. ‘Didam’ dwingt immers gemeenten in veel gevallen waarin zij grond wil verkopen of verhuren een open en transparante selectieprocedure te organiseren om de koper of huurder te selecteren. De selectie dient daarbij te geschieden op een of meerdere duidelijk objectief toetsbare criteria. De factor ‘prijs’ is daarbij zonneklaar duidelijk, objectief en toetsbaar. Een veiling is hoe je het ook wendt of keert niets anders een selectie op ‘prijs’ en de uitkomst is per definitie ‘marktconform’. Van een gemeente die in lijn met het Didam-arrest haar vermogen(in casu de schaarse gronden waarop tankstations kunnen worden geëxploiteerd) deugdelijk beheert kan en -naar mijn mening- moet worden verwacht dat zij deze rechten via een veilingmethodiek uitgeeft. Hoe deze veilingmethodiek er vervolgens uitziet, is wellicht ‘vers twee’, maar aan die nuance komen noch de rechtbank noch het Hof toe. Het simpele feit dát de gemeente een veiling hanteert, maakt dat de gemeente een groot risico loopt dat zij over de inkomsten vennootschapsbelasting moet betalen en daarmee gaat een substantieel deel van de opbrengst niet naar de gemeentekas maar naar ’s Lands schatkist. Meer weten? Neem gerust contact met mij op via 06 55.14.78.30 of stuur een mail naar: alzerdawinkel@bzo-tankstations.nl.